De 2 finance posities bij DSM in Emmen heten allebei operations controller, maar intern noemen we de een site controller en de ander plant controller. We hebben hier 3 fabrieken, dus de een focust zich op 1 fabriek en de ander op de andere 2 en doet ook een stukje site control. Die heeft ook eindverantwoordelijkheid, neemt deel in het MT. Ik zat op die andere rol, daar ben ik voor aangenomen. Doordat mijn collega voor onbepaalde tijd afwezig is, zit ik nu ad interim op de site controllersrol. Ad interim betekent dus niet dat ik een tijdelijk contract heb.’

Je had dus eerst het idee om bij een accountantskantoor te gaan werken?

‘Nee, dat idee heb ik nooit gehad, maar daar ben ik zo ingerold. Naast mijn studie kon ik als bijbaan 2 dagen in de week aan de slag bij een accountantskantoor in Emmen. Dat was prima te combineren. Toen ik ging afstuderen bij een ander bedrijf, boden zij me een contract aan voor na die tijd. Toen was voor mij de vraag: wil ik doorstuderen of ga ik aan het werk? Ik heb toen besloten aan het werk te gaan en via die weg verder te leren. Dat ben ik nu ook aan het doen. Het werk was interessant voor de basis, maar mijn gevoel ligt meer in het bedrijfsleven. Het grootste verschil dat ik daarin zie: als accountant ben je altijd een kostenplaatje. Nu werk ik echt voor een bedrijf en kan ik mijn kosten terugverdienen. Je kunt daardoor veel meer de diepte in gaan.’

Je had het over een vervolgstudie?

‘Een vereiste voor deze rol was ‘universitair geschoold of daarmee bezig zijn’. Ik had wel een cursus via NCOI gedaan, maar met een universitaire opleiding was ik niet bezig. Maar dat wilde ik wel gaan doen. Daardoor hebben ze mij wel de kans gegeven. Sinds september ben ik nu bezig met het controllingtraject van Nyenrode. Dat is een jaar premaster, dan een jaar master – daar ben ik nu bijna mee klaar - en dan moet ik nog een scriptie schrijven. En dat doe ik 1 dag in de week. Het is een mooie combinatie. Al is het soms ook wel eens druk.’

Welke stappen waren belangrijk voor je?

‘Op het vwo moet je een profiel kiezen. Ik koos toen voor Economie en Maatschappij. Ik had niet zoveel met natuur- en scheikunde, terwijl economische vakken mij wel goed afgingen. Ik was ook sterk in wiskunde. Als je iets goed kunt, is het ook leuker. Na het vwo sta je voor de keuze wat te doen. In Emmen hadden ze een goed verhaal op hbo Finance & Control, daarom heb ik daarvoor gekozen. Ik voetbalde toen ook nog op een redelijk niveau in de jeugd, waar ik liever niet mee wilde stoppen. Van mijn vrienden ging bovendien niemand naar de universiteit: die hebben ook allemaal een vak geleerd. Dat speelde voor mij ook een rol. Toen heb ik dus in Emmen hbo gedaan. Met finance & control kun je veel kanten op.’

Is er iemand die daar een belangrijke rol in heeft gespeeld?

‘De keuze voor de economische kant was meer een opeenstapeling van logische keuzemomenten. Toch zijn er drie mensen geweest aan wie ik veel te danken heb. René Gerdes heeft mij na mijn stageperiode bij DSM zonder werkervaring in de accountancy de kans gegeven om bij zijn kantoor te komen werken. Daarnaast heeft mijn toenmalige stagebegeleider, Albert Bouwman, mij uiteindelijk bij DSM binnengehaald en mij de kans gegeven. En ik had ook een heel goede connectie met mijn studiebegeleider op het hbo, Erik Verboeket. Die heeft me ook bepaalde keuzes helpen maken. Zo ben ik toen ik ging afstuderen na 2 weken gestopt, omdat er totaal geen fit met dat bedrijf was. Terwijl ik dat wel een aantal maanden van tevoren geregeld had. Vaak zie je dat men het dan toch ‘uit zit’. Maar ik dacht toen echt ‘waar ben ik eigenlijk mee bezig’. Dat is wel iets wat me nu goed is bijgebleven. Je moet niet iets doen wat je totaal niet leuk vindt. Dat is denk ik wel belangrijk.

Al moet ik zeggen dat de situatie nu anders is. Aan het einde van de opleiding woonde ik nog thuis, dus toen had je die vrijheid ook nog gewoon. Ik woon nu samen, dan kan je niet zomaar overal mee stoppen.’

Wat waren bepalende momenten voor je?

‘Toen ik mijn hbo in Emmen had afgerond, hoorde ik dat ik de eerste was die deze opleiding in Emmen met de titel cum laude had afgerond. Ik ben toen aan het werk gegaan, maar ik wist ook ‘dit is nog niet de limiet’. Ik ben aan het werk gegaan met het idee om via het werkveld toch nog wel die universitaire studie te gaan doen. Ik heb ook wel nagedacht om door te studeren, maar dan moet je toch nog 2 jaar voltijd doorstuderen. Dat is een heel andere stap dan aan het werk gaan, geld verdienen, gaan samenwonen. Dingen opbouwen. Bij mijn vorige werkgever heb ik een cursus gedaan via NCOI. Dat was heel interessant, maar ik wilde toch wel graag de volledige opleiding gaan doen. Dat had bij die werkgever ook gekund, maar daar had ik niet het gevoel dat een universitaire studie daar de juiste match was met mijn werk. Ik ben toen gaan oriënteren naar een werkgever die de mogelijkheid bood om werken en studeren te combineren. DSM was wat dat betreft de perfecte match. Wat ik nu leer kan ik ook toepassen, dat kon ik daar minder.

Door mijn stage kende ik hier al mensen. Het is in Emmen, dus lekker dicht bij huis. En in Emmen zijn dit soort functies niet zo heel dicht bezaaid. Dus het was echt de juiste match op het juiste moment. En wat ook wel grappig is, en een van de redenen dat ik besloot hier stage te gaan lopen is dat mijn vader hier al zo’n 35 jaar werkt. Niet op finance, ik heb in mijn werk niets met hem te maken. Dat zie je hier trouwens wel veel. Ik denk dat ik zo 10-15 vaders/zoons hier binnen het bedrijf kan opnoemen.’

Wat is je beste tip voor anderen?

‘Probeer in de studie zoveel mogelijk verschillende bedrijven of plekken uit. Ik heb stage gelopen in controlling en heb een bijbaan gezocht in de accountancy en wilde afstuderen in het bank- en verzekeringwezen. (Dat is uiteindelijk dus wel veranderd in het bedrijfsleven.) Zodat je kunt merken wat bij je past. Praat er met mensen over. In het werkveld, met mensen in je kennissenkring. Zo leer ik ook elke week nog van mensen die al wat langer meelopen dan ikzelf. Schroom ook niet om eens een dag mee te lopen. Dat heb ik ook wel eens gedaan in het verleden. De markt is gunstig: er is meer vraag dan aanbod. ‘