Je bent zo vanuit school hier vanaf nul begonnen. Hoe gaat dat?

‘Wij zijn in die tijd ook nog overgestapt van boekhouder. Toen ik hier begon werkten we met e-boekhouden. Dat was best eenvoudig en sloot goed aan op wat ik op school op boekhoudkundig gebied geleerd heb. Nu zijn we overgestapt op Afas. Dat is veel meer een totaalpakket. Op school hebben we ook met dit soort programma’s gewerkt. Het is wel leuk om dat terug te zien. Soms is het wel lastig en dan moet ik even terug naar onze boekhouder om te vragen hoe iets werkt. Maar toch is het ook wel leuk en leerzaam dat je het zelf moet uitzoeken. Dat je uit eigen kracht bij een oplossing komt. Door het zelf uit te zoeken leer je heel goed hoe het systeem werkt.’

Welke stappen waren belangrijk voor je?

‘Voordat ik bedrijfseconomie ging doen heb ik mbo Ondernemen en detailhandel gedaan. Dat was heel erg op de winkel gericht, dat was niet wat ik wilde. Daar kreeg ik wel het vak Bedrijfseconomie en boekhouden en dat vond ik heel interessant. Dus toen ik mijn diploma had, ben ik de associate degree (AD) Bedrijfseconomie gaan doen. Destijds vond ik de stap om nog 4 jaar te studeren voor een hbo-diploma te groot. Die 2 jaar zijn me goed bevallen. Ik ben er snel doorheen gelopen en heb het netjes afgerond in 2 jaar. Toen heb ik besloten om de bachelor af te maken, dus nog 2 jaar er achteraan voor een hbo-diploma. Tijdens die laatste 2 jaar kreeg ik meer vakken die wel met bedrijfseconomie te maken hadden, maar minder met de cijfers zelf. Denk aan duurzaamheid, integrated reporting, en dat soort dingen. Dat is interessant, en ik denk dat ze daar in grote bedrijven heel veel mee doen, maar het is niet waar mijn interesse ligt. In het bedrijf waar ik nu werk doen we daar ook minder mee en dat vind ik heel fijn. Misschien dat ik het hier ooit te klein ga vinden, maar op dit moment is dit wat ikzelf heel prettig vind. Echt met cijfers bezig zijn en de administratie voeren, rapportages inzien. Het gehele beeld hebben van hoe dat werkt in een bedrijf. Daarnaast merk ik ook dat mijn opleiding Ondernemen en detailhandel terugkomt in wat ik nu doe. Omdat het gewoon wat kleinschaliger is. Soms neem ik ook wel beslissingen voor de winkel – ik ben ook nog een dag in de week in de winkel te vinden om het een en ander te regelen – en dan vind ik het toch wel leuk dat dat weer samenkomt.’

Is er iemand die daar een belangrijke rol in heeft gespeeld? Heb je een rolmodel?

‘Nee, niet specifiek. Ik denk dat het gewoon zo gegroeid is. Ik werk daar al sinds ik 15 ben. En als je dan op je 15^e op school een keuze moet maken voor wat je wil gaan leren, dan dat is heel lastig. Maar ik vond het werk in de winkel heel leuk, dus toen heb ik voor Ondernemen en detailhandel gekozen. Gedurende de opleiding ben ik erachter gekomen dat het toch niet helemaal is wat ik wilde. En dat de vakken bedrijfeconomie en boekhouden me wel heel erg lagen. Toen ben ik met mijn docent op het mbo in gesprek gegaan en die zei: je kan ook een associate degree doen, dan hoef je niet gelijk nog eens 4 jaar te gaan studeren. Het zijn allemaal kleine stapjes die hiertoe hebben geleid. Ik vind wat ik nu doe heel leuk.’

Wat waren bepalende momenten voor je?

‘Toen ik na het mbo zei ‘dit wil ik niet, maar bedrijfseconomie vind ik heel interessant’. En ook toen ik naar het derde jaar van het hbo ging, en zag dat er naast het cijferen ook veel meer andere zaken aan de orde waren. Daar ontdekte ik dat dat toch niet helemaal mijn ding is. En ik leerde dat ik het niet leuk zou vinden om bij een grote organisatie te werken waarbij je maar een heel klein onderdeel bent van het geheel. Toen heb ik al wel bedacht, het moet wel een kleine organisatie zijn.’

Wat is je beste tip voor anderen?

‘Oriënteer je heel goed. Ik had uiteindelijk misschien al op het mbo een andere keuze kunnen maken. Dat had mijn doorstroom naar het hbo iets gemakkelijker gemaakt. En het is ook heel fijn als je geschikte stagebedrijven zoekt. Dat je echt aan de slag kunt bij een bedrijf waarvan je weet dat je dat graag wil. Of bij twijfel, dat je kunt kijken of het iets voor jou is. Omdat je uit een stage heel goed voor jezelf kunt halen of iets wel of niet bij je past.

Ik kwam er zelf bij het zoeken van stages achter dat het associate degree (AD) nog zo onbekend is, dat heel veel bedrijven je daar niet voor aannemen. En dan ben je op een gegeven moment zo blij dat je een stageplek hebt, dat je stagedoel wat meer naar de achtergrond raakt. Zo kwam ik op de incassoafdeling van een wooncorporatie terecht. Dat was heel leerzaam. En ik kwam er duidelijk achter dat ik dat niet wilde gaan doen. Want je ziet daar maar zo’n klein deel van het geheel. Ik had wel direct contact met huurders, maar alleen maar niet-leuk contact. En bij zo’n organisatie is de incasso ook weer gesplitst in backoffice en frontoffice.

Dus mijn tip, denk daar heel goed over na: wil ik een stage om mijn opleiding af te ronden, of wil ik een stage waar ik kan leren wat ik wil leren.’