Wat kun je verwachten van hbo Finance & Control (Bedrijfseconomie)?

‘Als je een brede opleiding zoekt en je vindt economie en cijfers leuk, dan moet je zeker hbo Finance & Control gaan doen’, zegt Brechtel Dijcks, docent Finance & Control bij Hogeschool Windesheim. ‘Ik ben er van overtuigd dat iedere havist het hbo aankan, mocht je daar nog over twijfelen. Je kunt het, als je maar nieuwsgierig bent. Als je nieuwsgierig bent kun je alles leren.’

Het is best lastig een keuze te maken uit het enorme aanbod aan opleidingen na de middelbare school. Om je een handje te helpen spreken we met Brechtel Dijcks, een enthousiaste docent Finance & Control aan Hogeschool Windesheim. Zij vertelt wat je kunt verwachten op hbo Finance & Control.

Wat onderscheidt Finance & Control van andere economische studies?

‘Ten opzichte van International Business maken de cijfers echt het verschil. International business zit echt op de talenkant en Finance & Control zit op de cijfermatige kant,’ vertelt Dijcks. ‘Finance, tax & advice is gericht op advies en verzekeren. Dan word je bijvoorbeeld adviseur bij een bank of verzekeraar. Terwijl de opleiding Accountancy opleidt tot het beroep accountant.’ Ze legt uit: ‘Een bedrijf publiceert een jaarrekening en de accountant is dan degene die controleert of je dat volgens de regels gedaan hebt. Of ze helpen het bedrijf bij het opstellen van de jaarrekening. De accountant is altijd extern bezig. Die kijkt van buitenaf naar een bedrijf.

‘Als je maar nieuwsgierig bent kun je alles leren’

Bij Finance & Control zijn we gericht op de interne organisatie van een onderneming. Dus je komt bij een bedrijf terecht op de financiële administratie of op een kredietadministratie. Je gaat cijfers samenstellen, zodat je kunt zien hoe het bedrijf het gedaan heeft. Wat is de winst? Wat is de omzet? Wat zijn de kosten? Je werkt met data, je werkt nieuwe technologieën, je gaat veel analyseren. En dat allemaal in relatie tot cijfers en jaarrekeningen. En als die cijfers heel erg afwijken van vorig jaar, dan ga je dat verklaren. Wat is er nu anders? Hoe komt dat? En dat vertel je vervolgens aan het management.’

Geen keuzestress

‘De opleidingen Accountancy, Finance & Control en Finance, Tax & Advice liggen wel dicht bij elkaar,’ vervolgt de bevlogen docente. ‘En ze zijn alle drie gericht op cijfers. Dus als dat je prikkelt kun je bijna niet verkeerd kiezen. Bij ons is het zo dat als je de propedeuse bij de een hebt gehaald, je na dat eerste jaar nog kunt overstappen op een van de andere richtingen. P voor P noemen we dat. Dat kan omdat de opleidingen zoveel op elkaar lijken en je pas in de hogere jaren verder gaat specialiseren. Dat kan bij andere hbo’s overigens anders geregeld zijn. Dat is wel iets waar je naar kunt vragen als je een studie zoekt.’

  

Wie is Brechtel Dijcks?

Brechtel werkt inmiddels 8 jaar als docent Finance & Control bij hogeschool Windesheim. Daarnaast geeft ze als mentor studiebegeleiding aan eerste klassen en is ze afstudeercoördinator. ‘Wat mij heel blij maakt, is dat ik steeds vaker sparringpartner wordt en echt een mentor kan zijn. Dat als studenten bezig zijn met een casus of met een praktijkopdracht, ze bij me terugkomen met iets waar ze tegenaan lopen. Zodat je het er samen over kunt hebben. Echt een coachende rol.’

Hoe ziet dat er uit zo’n eerste jaar?

‘In het eerste jaar stroom je in in een vaste klas met 20 tot 25 studenten,’ vertelt Dijcks. ‘Ten opzichte van een universiteit werken we alleen maar met kleine klassen die werkcolleges krijgen. Vaak komen de studenten allemaal uit dezelfde regio. In het eerste jaar is aandacht voor het kennismaken met de school, de campus en studievaardigheden. Hoe ga je leren? Want het gaat wel veel sneller dan op de middelbare school. Daarnaast leer je wat een organisatie is. Hoe komen cijfers eigenlijk tot stand? Je krijgt de basis van de bedrijfseconomische beginselen, van boekhouden en van financiering. Daarna groei je door en gaat het niveau vrij snel omhoog. Want dan ga je ook naar de omgeving van een organisatie kijken. Want voor de financiën van een bedrijf heeft de externe omgeving natuurlijk ook impact. Wat gebeurt er op de markt? Welke ontwikkelingen zijn er? Welke vraag is er? Dat ga je analyseren. En je gaat al aan de slag met het leren lezen van jaarrekeningen. En de basis van belastingen: als we winst maken, wat moeten we dan aan de belastingdienst betalen? Zo groei je in kennis richting het einde van het eerste jaar, waarin je op basisniveau de interne en de externe omgeving van een organisatie hebt leren kennen en de financiën.’

Praktisch

Een leuke, heel praktische module in het eerste jaar is bij Windesheim de aandelenanalyse, meent Dijcks. ‘Dan kijk je naar wat er gebeurt op de markt en wat er dan gebeurt met de waarde van je bedrijf. Daar zit ook een stukje beleggen in.’

Leren studeren

‘Ik heb verschillende keren gezien dat jongens en meiden binnenkwamen en het die eerste periode heel moeilijk hadden. Die moesten echt leren studeren. Die zeggen de eerste periode nog: ‘Op de havo redde ik het gewoon door goed op te letten in de les en een dag van te voren te gaan leren voor een toets’. En die helemaal de mist in gaan bij de eerste tentamenperiode. Maar die dan in periode 2 alles uit periode 1 haalden. En in periode 3 alles uit periode 2, en die uiteindelijk voor de zomervakantie dan toch alle zestig punten van de propedeuse binnenhaalden. Dan ben je als mentor heel wat gesprekjes verder. Soms gaan die gesprekjes over ‘Wat vind je leuk?’ of ‘Hoe was het op je sport?’ Maar er waren ook heel persoonlijke gesprekken. Het allerleukst is dat als je op een dag verschillende klassen hebt, je het verschil ziet tussen een eerstejaars klas en een hogerejaars klas. Dat je denkt wow, wat hebben ze al veel geleerd en wat zijn ze gegroeid!’

Verdieping en stage in het tweede jaar

‘In het tweede jaar krijg je verdieping op voornamelijk financiële vakken,’ vertelt Dijcks. ‘Dan ga je ook met specifiekere gegevens aan de gang, zoals het berekenen van een kostprijs. Wat kost mijn product nu echt? Dat noemen we true pricing. Daar zit ook een stukje duurzaamheid in. Want je moet daar ook weer de externe factoren in meenemen. Daarnaast leer je boekhouden in een digitaal pakket. Dat doen we niet meer op papier, er zijn verschillende online omgevingen waarin je je dat eigen kunt maken. Je gaat ook vrij veel aan de slag met processen in een bedrijf.’ Ze legt uit: ‘Stel dat je een productieonderneming hebt, dan koop je grondstoffen in, je maakt een product en dat verkoop je. Dat moet je ergens opslaan. Je hebt personeel aan het werk. Je hebt machines draaien. Je gaat ook bij bedrijven kijken. Hoe verloopt zo’n proces nu eigenlijk? En welke risico’s zie je daarin? Zou dat nog optimaler kunnen? Dat noemen we procesoptimalisatie.

Je gaat ook stage lopen in de praktijk in de tweede helft van het tweede jaar: 20 weken lang, 40 uur in de week. Dus je gaat eerst anderhalf jaar naar school, en dan een half jaar stage lopen. Dat mag bij een zelfgekozen organisatie. Je gaat vooral meewerken en praktijkervaring opdoen.’

Naar bachelor niveau in het derde jaar

‘In het derde jaar ga je naar het bachelor niveau,’ vertelt Dijcks. Dan heb je een heel jaar studie. Je gaat aan de slag met corporate governance. Dat gaat over het voldoen aan wet- en regelgeving. Hoe optimaliseer je je cijfers als je een financiering aanvraagt? Waar moet je aan denken als je handelt met het buitenland? Waar moet je aan denken als je niet één bv hebt, maar misschien wel tien? Hoe voeg je die cijfers dan samen? Het wordt steeds een stukje complexer.’

Hulp bij je studie

Het is superspannend: een nieuwe campus, een nieuwe omgeving. Het is heel belangrijk dat je met een veilig gevoel naar school kunt gaan. Bij alle hogescholen is daarom wel extra ondersteuning aanwezig. Dijcks: ‘Wij hebben een heel betrokken opleidingsmanager, die altijd wel even langsgaat bij de klassen als er bijzondere evenementen zijn. Daarnaast vind ik ons Studiesuccescentrum heel waardevol. Daar zitten psychologen, studiecoaches die je kunnen helpen bij je planning, een decaan die helpt bij dyslexie, of het aanvragen van bijzondere omstandigheden tentamens. Je hoeft je maar te melden of je krijgt hulp.’

En uiteindelijk de minor en het afstuderen

Het laatste jaar bestaat uit een minor en het afstuderen. Dijcks: ‘Je mag dan een half jaar vrij naar keuze invullen. We zien nu bijvoorbeeld weer heel veel studenten naar het buitenland gaan. Naar een partneruniversiteit in Amerika of Engeland, bijvoorbeeld. Er zit nu zelfs een meisje in Vietnam. Dan volg je daar een half jaar studie. Maar je mag ook aan het werk gaan. Of in Nederland een keuzestudieprogramma volgen. En daarna ga je afstuderen. Bij ons bestaat het afstuderen niet meer uit de traditionele scriptie, maar je gaat een beroepsproduct maken. Bijvoorbeeld een kostprijs, een dashboard in PowerBI, of een aandelenanalyse. Dus echt iets wat je in het beroep ook tegenkomt. Dat is wat je moet opleveren, met daarbij een verantwoordingsdocument waarop je beoordeeld wordt.’